Tussen de 1ste en 2de verjaardag van een kind beginnen de eerste woordjes. Met ongeveer 1,5 jaar kennen de meeste kinderen 10 tot 20 woorden. De uitspraak klopt nog niet helemaal, maar ze weten wel wat een woord betekent. Buitenstaanders kunnen het kind vaak nog niet zo goed begrijpen, maar de ouders/ opvoeders weten wat een kind bedoeld. Dit is ook bij de kinderen van kinderopvang villa kakelbont
Vanaf 2 jaar maakt een kind enorme sprongen in zijn taalontwikkeling. Zijn woordenschat neemt snel toe, soms met wel tien woorden per week. Waar een dreumes van 18 maanden ongeveer tien woorden kent, begrijpt een 3-jarige er 1.250. Daarom vinden wij het bij kinderopvang villa kakelbont in Venlo belangrijk dat de taalontwikkeling veel gestimuleerd wordt en bieden we op alle 3 de groepen veel taal aan door middel van boekjes lezen maar ook activiteiten in kleine groepen waar de taalontwikkeling aan bod komt. Zoals voorwerpen op een kaartje en dat de kakelbontjes dan benoemen wat ze voor plaatje zien. Het maakt het leuker om deze te verstoppen in de macaroni en dan een kaartje te pakken.
Als ouder kan je de taalontwikkeling van je kind stimuleren. Kinderen leren hun moedertaal vrijwel automatisch omdat ze hem regelmatig horen bij hun ouders. Met deze tips wordt de woordenschat en grammaticaal inzicht verbetert:
- Praat veel met je kind. Je peuter leert vooral taal door na te doen wat hij hoort en veel te oefenen. Voer dus zoveel mogelijk gesprekjes met hem, en geef hem ook de ruimte om te reageren. Soms gaat dit wat langzaam, maar als je geduld hebt, kom je tot de leukste gesprekken.
- Probeer regelmatig voor te lezen. Door regelmatig hetzelfde boekje te lezen, leert je peuter de woorden heel goed kennen. Boekjes op rijm werken goed, omdat ze je kind stimuleren de volgende zin te voorspellen. Als je interactief voorleest, creëer je bovendien een moment van communicatie, wat ook helpt bij de taalontwikkeling.
- Speel taalspelletjes met je kleine. Spelletjes als Memory helpen je kind om het juiste woord bij het juiste plaatje te bedenken. Ook zelfverzonnen activiteiten, zoals ‘Wijs alle groene dingen in huis aan’, helpen je kleine om woorden aan de realiteit te koppelen.
- Beschrijf wat je aan het doen bent. Treed op als verteller bij je dagelijkse bezigheden, zodat je kleine nieuwe woorden kan horen. Leg uit wat je doet, waarom je het doet en wat je allemaal ziet terwijl je het doet. Bijvoorbeeld: ‘ik schil aardappels, omdat we zo gaan eten. Ik maak de schil los met een dunschiller, daarna gooi ik de aardappel in de pan, enzovoorts’.
- Praat op een normale manier met je peuter. Babytaal klinkt schattig, maar je kindje doet veel taalkennis op door naar jou te luisteren. Als jij een auto tegen hem altijd een ‘toettoet’ noemt, leert hij niet het juiste woord.